Aan het leren plannen van het
pluswerk besteden we in de plusgroep regelmatig aandacht. We hebben individueel
gekeken naar waar de kinderen de afgelopen weken met het plannen en uitvoeren van
het pluswerk tegenaan liepen. Bij het belangrijkste probleem zochten ze een
oplossing en dat wordt het doel waaraan ze de komende 6 weken gaan werken.
Sommige kinderen krijgen in hun klas tijd voor het pluswerk tijdens een bepaald
vak ( bijvoorbeeld Engels of godsdienst). Maar wanneer dit vak niet doorgaat,
vervalt de tijd voor het pluswerk. Deze kinderen hebben nu als doel er met de
meester of juf voor te zorgen dat er toch tijd wordt vrijgemaakt op een ander
moment. Andere kinderen vinden het nog lastig om de keuze te maken tussen een
leuk (reken)spelletje met een klasgenoot of het pluswerk, zij gaan proberen
toch steeds eerst het pluswerk te doen . Ook hebben kinderen soms tijd over,
zij gaan uitzoeken hoeveel tijd dat is en wat ze in die tijd voor werk erbij
willen gaan doen.
Bij stap 2 van de opdracht
huisdieren in beweging formuleerden de kinderen probleemstellingen bij hun onderwerp. Er blijkt goed met dier en
milieu rekening te worden gehouden. Een aantal problemstellingen op een rijtje:
Hoe zorg ik ervoor dat mijn dier zich niet gaat vervelen ?
Hoe zorg ik ervoor dat mijn dier niet uitgeput raakt ?
Hoe zorg ik ervoor dat ik met mijn ontwerp energie opwek ?
Hoe zorg ik ervoor dat mijn ontwerp zoveel mogelijk natuurlijke
producten bevat ?
Voor de volgende keer kiest iedereen één probleemstelling en probeert
hiervoor zoveel mogelijk oplossingen te bedenken. Over de uitvoering hoeven ze
zich nog niet druk te maken, dat komt later ( en..en.. in plaats van ja maar ….).
Over de vier grote vragen van vorige week was heel wat wetenschappelijke
informatie gezocht en ook waren er prachtige (zelfbedachte) mythologische
verhalen te horen. We bespraken hierbij ook nog welke bronnen je kunt gebruiken
om je informatie te verzamelen en de betrouwbaarheid van verschillende bronnen.
Afgelopen week stond er een stukje in de krant met als titel “Nederland
speurt met radioboodschappen naar aliens ( http://www.volkskrant.nl/wetenschap/nederland-zoekt-naar-aliens~a3767375/
). In Drenthe is een uitgestrekt
antennepark aangelegd vooral gevoelig voor laagfrequente radiostraling. Daarmee
gaan ze op zoek naar ruimteboodschappen van intelligente ruimtewezens. Op die
golflengte is nog niet eerder naar boodschappen van aliens gezocht, dus dat
biedt nieuwe kansen. Heel spannend allemaal.
Maar hoe ziet een alien er eigenlijk uit ? We
verdeelden een tekenvel in 3 stukken. Op het eerste stuk tekenden de kinderen
een alien. Daarna bespraken we welke kenmerken deze aliens met elkaar gemeen
hadden.
Vervolgens tekenden de kinderen op het tweede deel
een alien die niet de eerder genoemde kenmerken mocht hebben. Dat was best
lastig.
Tot slot kregen de kinderen de opdracht een alien te
tekenen die ze nog nooit gezien hadden. Volgens Lana lukte dat niet, omdat wanneer
je bedenkt wat je wilt tekenen je de alien in je gedachten hebt gezien. Daarom
tekende ze met haar ogen dicht een kriebellijn. Dat was de alien. Toen ze haar
ogen opendeed zag ze hem dus voor het eerst !
Bij deze opdracht moest steeds creatiever worden
gedacht en allerlei kaders worden losgelaten. De kinderen merkten dat dit op en
andere manier denken is dan wanneer je een moeilijke som oplost. Door dit
regelmatig te oefenen lukt het steeds beter om creatief te denken.
Pluswerk voor 28 oktober:
1.
Stap 3 van huisdieren in beweging
2.
Uitvindings denksleutel (laatste walvis redden
met : spel kaarten, naaimachine en squashbal) kan in de vorm van een verhaal,
tekening o.i.d.
Voor wie tijd over heeft: verhaal schrijven bij de
alientekeningen. ( opdracht door de kinderen zelf bedacht, super !)